Een inwoner vraagt een vergunning aan om een aangekocht monumentenpand te verbouwen. Die vergunning wordt verstrekt. De verbouwing begint. Dan blijkt dat bij de bouw op een behoorlijk aantal essentiële onderdelen is afgeweken van de afgegeven vergunning. Er wordt, terecht, handhavend opgetreden. De inwoner probeert via een wijzigingsvergunning voor de gerealiseerde verbouwing toch nog een vergunning te krijgen. Dat mislukt. Tot zo ver een vereenvoudigde, emotieloze omschrijving.
Dit verandert als blijkt dat deze inwoner wethouder is; een publiek figuur, een politiek verantwoordelijk bestuurder van onze gemeente. Alarmbellen rinkelen. De media pakt grootst uit. Een publieke mening wordt gevormd. Het houdt velen bezig; de impact is groot. Dat is voelbaar bij het college, de griffie, de ambtelijke organisatie, in de samenleving en dus ook in de gemeenteraad.
De integriteit en het vertrouwen in de wethouder is in het geding. Er wordt een integriteitsrapport opgesteld. Dit rapport zou worden besproken in de raadsvergadering van 2 juli 2024.
Aan het begin van behandeling van het opgestelde integriteitsrapport legt wethouder Schot een verklaring af. In deze uitgebreide verklaring geeft zij onder andere aan: “De afgelopen dagen heb ik gemerkt dat conclusies al zijn getrokken voor aanvang van dit debat. Ik ben van mening dat staatsrechtelijk een debat over de inhoud van het rapport erbij hoort, maar alleen maar zin heeft wanneer er ruimte is voor meerdere uitkomsten. Die ruimte heb ik de afgelopen dagen niet gezien.” Verder geeft zij aan “Ondanks dat ik ervan overtuigd ben dat mijn bestuurlijk handelen integer is geweest, raakt dit rapport wel mijn geloofwaardigheid.” Ze komt tot de conclusie dat haar positie niet langer houdbaar is en treedt af als wethouder.
Haar aftreden en haar vertrek uit de raadszaal had invloed op de inhoudelijk bespreking van het integriteitsrapport. De mogelijkheid om rechtstreeks met mevrouw Schot in debat te gaan en haar vragen te stellen was er niet meer. Om de afwezige mevrouw Schot, inmiddels geen wethouder meer, nog ‘een draai om de oren te geven’ heeft naar onze mening totaal geen zin. Wij hebben ons beperkt tot het stellen van de vraag welke lessen, voor de gemeenteraad en voor het college, te trekken zijn uit dit proces. Het college heeft aangegeven met een voorstel te komen voor een evaluatie.
Richting mevrouw Schot hebben wij het volgende gezegd:
“Beste Paula, we willen graag even het woord tot je richten; je gaat dit vast nog terug kijken.
Paula, wij respecteren je ontslag als wethouder van onze mooie gemeente. Het nemen van zo’n beslissing getuigt naar onze mening van kracht. Kracht die wij ook van je kennen in de uitoefening van de functie als wethouder. Resultaten zijn behaald met jouw gedrevenheid en jouw deskundigheid. Dank daarvoor.
Paula, je besluit is in eerste instantie pijnlijk voor jezelf. Het was juist jouw sterke motivatie om als wethouder aan de slag te gaan. Het is ook pijnlijk voor je privé omgeving en voor alle mensen en organisaties waar je, niet alleen op Schouwen-Duiveland maar ook binnen het Zeeuwse, mee hebt samengewerkt.
Jij en jouw omgeving moeten door deze situatie heen; dat gaat je lukken! Zelf de keuze nemen tot afscheid is beter voor jouw toekomstige carrière.
Paula, herstel van deze intensieve tijd, maak zaken op orde. Je zal het vanavond en de komende tijd niet zo ervaren maar er ligt een toekomst voor je waarin deuren open gaan: interessante deuren, onverwachte deuren, nieuwsgierig makende deuren.
Paula, wij zullen scherp blijven op het armoede- en minimabeleid en de jeugdzorg. Je benoemde het in je verklaring. Of zoals jij het verwoorde, wij ‘zullen zeker zorgen voor een goede basis in deze gemeente“.