Onderwerp
Raadsbesluit kostendekkendheid haven ter vernietiging voordragen aan de Kroon.
Inleiding
Tijdens de raadsvergadering van 17 oktober 2024 hebben wij de burgemeester gevraagd of hij het
geamendeerde voorstel voor de kostendekkendheid havens ter vernietiging gaat voordragen aan de
Kroon (artikel 273 Gemeentewet). We kregen hierop de volgende reactie.
Kernboodschap
De burgemeester gaat het raadsbesluit niet ter vernietiging voordragen aan de Kroon.
Toelichting
Juridisch kader
Het gaat in deze kwestie over het toepassen van interbestuurlijk toezicht. De Kroon kan besluiten van
onder meer de gemeenteraad vernietigen in geval van strijd met het recht. Dat is zo bepaald in artikel
132 lid 4 van de Grondwet en verder uitgewerkt in de Gemeentewet en de Awb.
In artikel 273 van de Gemeentewet is een en ander als volgt verwoord:
Indien een besluit naar het oordeel van de burgemeester voor vernietiging in aanmerking komt, doet
hij daarvan binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, door tussenkomst van
gedeputeerde staten, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd
kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het
besluit is belast.
De vraag is daarom of naar het oordeel van de burgemeester het besluit voor vernietiging in
aanmerking komt. Daarvoor is het van belang na te gaan of de Kroon [lees: de minister van
Economische zaken en Klimaat] het besluit ook daadwerkelijk zal vernietigen, indien het zou worden
voorgedragen.
Over de uitoefening van deze bevoegdheid heeft de regering in 2013 het Beleidskader schorsing en
vernietiging vastgesteld. Dit beleidskader is gebruikt om na te gaan of de burgemeester tot het oordeel
moet komen dat het besluit voor vernietiging in aanmerking komt.
Uitgangspunten interbestuurlijk toezicht
In het Beleidskader schorsing en vernietiging worden een aantal uitgangspunten genoemd voor de
toepassing ervan. Twee relevante daarvan zijn toegelicht.
1. Verhouding tot bestuursrechtelijke rechtsbescherming
Indien er bestuursrechtelijke rechtsbescherming open staat, vormt dat een belangrijke indicatie dat
vernietiging door de Kroon niet aan de orde is.
Nu staat tegen het besluit tot het vaststellen van de hoogte van de havengelden geen direct bezwaar
of beroep open. Het is namelijk een besluit van algemene strekking. In artikel 8:2 van de Awb is
bepaald dat daar geen bezwaar tegen open staat.
Wel is het zo dat op het raadsbesluit de Wet M&O van toepassing is. De Autoriteit Consument en
Markt (ACM) is op dit gebied de toezichthouder. Het is mogelijk om bij de ACM hierover een klacht in
te dienen. Daarnaast kan de ACM ook ambtshalve onderzoek instellen en zelfs een last onder
dwangsom opleggen. Tegen een dergelijk besluit van de ACM staat bezwaar en beroep open.
Hiermee is dus sprake van een bestuursrechtelijke rechtsbescherming en dat duidt erop dat er minder
ruimte is voor het voeren van interbestuurlijk toezicht.
2. Er moet sprake zijn van bovenlokale aspecten
Niet elke strijd met het recht zal tot vernietiging van het besluit aanleiding geven.
Het instrument van vernietiging is een verregaande maatregel dat inbreuk maakt in de
bevoegdheidsverdeling tussen het Rijk en de decentrale overheden. Toepassing van het instrument
moet proportioneel zijn.
In de Beleidskader Schorsing en vernietiging wordt een aantal voorbeelden aangehaald, waarbij
bovenlokale belangen in het geding waren. Het ging hierbij om integriteitsschendingen of een inbreuk in de verdeling van bevoegdheden. Het gaat dan om besluiten die in strijd zijn met de institutionele
inrichting van staatsorganen.
Daarvan is bij het raadsbesluit van 17 oktober jl. geen sprake. De vaststelling van de haventarieven is
met name een inhoudelijk twistpunt en een bevoegdheid van de gemeenteraad. Ingrijpen via
interbestuurlijk toezicht is daarmee niet proportioneel, waarbij komt dat vernietiging door de Kroon
wordt gezien als een ultimum remedium.
Temeer daar er ook een andere route beschikbaar is om het besluit te laten toetsen.